"God heeft alles in zijn hand"

 8 juli 2012, Br. M. Ezinga

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
De psalm beschrijft waarschijnlijk een gebeurtenis uit het leven van David, maar wijst eigenlijk op de Gezalfde: Jezus Christus. Het is een profetische psalm. De psalm beschrijft de onrust, de opstand van de mensen tegen God. Het is ijdelheid om op te staan tegen de Schepper. God heeft Zijn eindeloze liefde laten zien, toch staat de wereld op tegen God. De wereld wil zich niet onderwerpen aan Gods Woord. De wereld wil zelf bepalen wat goed is. Er zijn verschillende stromingen vandaag die alles wat met Gods Woord te maken heeft, uit onze maatschappij willen verwijderen. God is de Almachtige (Eloïm). Hij lacht spottend. De wereld doet allerlei zinloze pogingen om te ontsnappen aan Gods autoriteit. God zal ingrijpen en oordelen. Hij houdt het wereldgebeuren vast in handen. God schrijft in de voltooide tijd; alsof het al gebeurd is. De Here Jezus Christus zal zeker komen. Hij zal zeker regeren over deze wereld. God roept iedereen om gehoor te geven aan Zijn oproep om Hem te dienen, om zich in Hem te verheugen en om heilig ontzag te hebben voor Hem.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Psalmen 2:1-12
1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? 2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, zeggende: 3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. 4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. 5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. 6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. 7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. 8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. 10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! 11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. 12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen. 


Mattheus 24:25-26
25 Ziet, Ik heb het u voorzegd! 26 Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, hij is in de binnenkameren; gelooft het niet. 



Deze spreker:
Br. M. Ezinga

Zoek op trefwoord:
Lachen
Gezalfde
Belofte