"Het Lam Gods"

 6 maart 2011, Br. S. van Groningen

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
Veel mensen worstelen met de genade. Zij hebben geen zekerheid over hun redding. De komst van Here Jezus Christus komt steeds dichterbij. Er is veel onrust in de landen om de Middellandse zee. Deze landen behoorden tot het vroegere Romeinse rijk. Het zijn allemaal tekenen van de komst van Christus. Wij, maar ook heel de schepping wachten op de verlossing. De verlossing staat in de boekrol geschreven. Alleen het Lam mag de boekrol openen. Dan pas kan de verlossing plaats vinden. Wij proberen al vanaf de schepping onze verlossing te verdienen: door zondebesef, allerlei eigen werken etc. Maar God geeft een bedekking voor onze (geestelijke) naaktheid: het bloed van een Lam. God gaat door met Zijn verlossingsplan (het Lam dat de zonden van de wereld weg nam) in het leven van alle mensen: Abraham, Isaac, de verlossing van het volk Israel uit Egypte enz. Op de tiende Nissan moest het Lam in huis worden gehaald. Op die dag ging de Here Jezus naar de tempel om de tempel te reinigen. Hij is, was, het Lam van God. Wij mogen tot Hem komen om verlossing te ontvangen. We mogen Hem eren.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Openbaring 5:1-14
1 En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. 2 En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken? 3 En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in zien. 4 En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve in te zien. 5 En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken. 6 En ik zag, en ziet, in het midden van den troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen. 7 En Het kwam, en heeft het boek genomen uit de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat. 8 En als Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk citeren en gouden fiolen, zijnde vol reukwerks, welke zijn de gebeden der heiligen. 9 En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig dat boek te nemen, en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; 10 En Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen op de aarde. 11 En ik zag, en ik hoorde een stem veler engelen rondom den troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden; 12 Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. 13 En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene, Die leeft in alle eeuwigheid. 



Deze spreker:
Br. S. van Groningen

Zoek op trefwoord:
Genade
Zekerheid
Schuilen