"Maar toen is Christus verschenen"

 20 december 2015, Br. B. van Twillert

Afspelen


Download
Audiobestand (MP3)  


Beschrijving
Door de zondeval kwam het kwaad, het elkaar beschuldigen, onechtheid etc. in de wereld. De wereld was niet meer goed zoals God hem gemaakt had. God was de mens kwijt en Adam was God kwijt. Toen kwam de Here Jezus Christus naar deze wereld om ons op te zoeken en te verlossen. Zacharia en Elisabeth leefden naar de wetten van God. Er was helaas geen vrucht in hun leven (ze hadden geen kinderen); het beeld van Israel (er was geen geloof). Maria had genade gevonden in de ogen van God. Maria hoefde niet bang te zijn voor de dood, voor God, etc. Maria krijgt vrucht in haar leven door/van de Heilige Geest. Maria geloofde de boodschap die de engel haar bracht. Door genade en door het geloof in de Here Jezus kunnen we in gemeenschap met God leven. Zolang wij naar de wet kijken, worden we geconfronteerd met veroordeling. Als wij kijken naar de Here Jezus Christus dan leven we uit genade. God heeft Zijn Zoon naar deze wereld gezonden, opdat Hij zou schitteren in deze wereld. God heeft ons alles/ alle genade aangeboden in Zijn Zoon, de Here Jezus Christus.


In de preek aangehaalde bijbelteksten (Statenvertaling)

Lukas 1:39-56
39 En Maria, opgestaan zijnde in diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda; 40 En kwam in het huis van Zacharias, en groette Elizabet. 41 En het geschiedde, als Elizabet de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elizabet werd vervuld met den Heiligen Geest; 42 En riep uit met een grote stem, en zeide: Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht uws buiks! 43 En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt? 44 Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik. 45 En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden. 46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere; 47 En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker; 48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten. 49 Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij, Die machtig is, en heilig is Zijn Naam. 50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen. 51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. 52 Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd. 53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken heeft Hij ledig weggezonden. 54 Hij heeft Israel, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid. 55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid. 56 En Maria bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar huis. 


Galaten 3:12
12 Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. 


2 Korinthe 3:11
11 Want indien hetgeen te niet gedaan wordt, in heerlijkheid was, veel meer is, hetgeen blijft, in heerlijkheid. 


Mattheus 21:32
32 Want Johannes is tot u gekomen in den weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem te geloven. 



Deze spreker:
Br. B. van Twillert

Zoek op trefwoord:
Wet
Geboorte
Getuigenis